20 april 2019

Paasoverweging: opstaan om God te dienen

Geschreven door Jonge Remonstranten

Deze paasoverweging is geschreven voor Adrem, door predikant en Arminiuslid Arend van Baarsen

Veel mensen vragen zich af wat de zin van het leven is. Waarvoor zijn wij hier? In de oude katholieke schoolcathechismus, die mijn opa en oma op de basisschool uit hun hoofd moesten leren, was de eerste vraag: “Waartoe zijn wij op aarde?” Het antwoord hierop was destijds: “Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor in de hemel te komen.” Een paar jaar later werd het antwoord gewijzigd in:

“Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor hier en in het hiernamaals gelukkig te worden.”

Dit antwoord heeft grote indruk op me gemaakt. Het is een houvast geweest op momenten dat ik me afvroeg wat de zin van het leven was. Het spreekt me aan dat gelukkig worden hier niet wordt voorgesteld als een doel in zichzelf, maar als iets dat vanzelf voortvloeit uit het dienen van God. Dienen is geen zware taak, maar geeft je vreugde en voldoening. Het geeft je bestaan richting en zin.

Bij de remonstranten

Bij de remonstranten is de frase “God eren en dienen” zowel opgenomen in de beginselverklaring als in de geloofsbelijdenis uit 2006. Hoe je God eert en dient, wordt gelukkig niet precies voorgeschreven, maar wel lijkt de centrale plaats in de beginselverklaring duidelijk te maken dat dit is waar het om gaat. Het is de bestaansgrond van de remonstranten en het doel dat hen samenbindt. Je kunt bij de remonstranten antwoorden vinden op levensvragen, een manier ontdekken om een nieuwe weg te vinden na ingrijpende ervaringen, inspiratie opdoen door een goede preek, verdieping ervaren door een mooi kringgesprek… Uiteindelijk gaat het er echter niet om wat het remonstrant zijn ons persoonlijk oplevert, maar om hoe we God – en met hem zijn wereld en mensen – eren en dienen. Het is een manier om onszelf en onze eigen ervaringen te overstijgen en ons te oefenen in dienstbaarheid en onbaatzuchtigheid.

Wat is God eren en dienen?

God eren en dienen kan op veel verschillende manieren. Deze twee brede begrippen geven ruimte om het geloof te leven op een manier die past bij wie je bent en wat je belangrijk vindt. De verscheidenheid waarin we God kunnen eren en dienen, wordt prachtig uitgedrukt in de remonstrantse belijdenistekst. Hierin staat dat Gods geest mensen bezielt, opdat zij zingend en zwijgend, biddend en handelend, God eren en dienen.

Tegelijkertijd is het eren en dienen van God geen vrijblijvend iets. Geen hobby die je oppakt wanneer je zin en tijd hebt. Het draait daarbij als het goed is namelijk niet om jou, maar om wie je dient en waarvoor je dit doet. God eren en dienen vraagt iets van je en is niet altijd eenvoudig. Om in beelden van het naderende paasfeest te spreken: vaak is God eren en dienen opstaan. Opstaan, terwijl je nog zo lekker lag. Opstaan uit je luie stoel. Opstaan tegen het onrecht in de wereld, opstaan voor wie niet gehoord en niet gezien worden.

Hoe deden zij het?

De hoofdrolspelers in de paasverhalen uit de evangeliën laten zien hoe iedereen God op een eigen manier dient en eer brengt. De vrouwen die volgens het Lucasevangelie op de ochtend van Jezus’ opstanding naar zijn graf gaan, hebben geurige olie bij zich. Ze willen Jezus’ lichaam balsemen. Zo willen ze hem de laatste eer bewijzen. Ze worden aangesproken door twee mannen in stralende gewaden, die vragen waarom ze de levende zoeken onder de doden. De mannen bewijzen God eer door hem “de levende” te noemen en dienen hem door de vrouwen te bemoedigen. Het dienen van God verbind ik met het streven om niet vast te lopen in dood, verbittering en cynisme, maar je te richten op (nieuw) leven. De mannen wijzen de vrouwen bij het graf deze weg.

In het evangelie volgens Matteüs ontmoeten de twee vrouwen Jezus, nadat ze bij het graf zijn weggegaan. Ze grijpen zijn voeten vast en bewijzen hem eer. Ze laten zien hoe belangrijk hij voor hen is en geven uitdrukking aan hun verbondenheid met hem.

Als de leerlingen met elkaar in gesprek gaan over Jezus’ opstanding, bewijzen ze hem met woorden eer. Zo noemen de Emmaüsgangers Jezus “een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk’. Als Jezus aan zijn leerlingen verschijnt, bewijzen zij hem ook eer met lovende woorden. Petrus zegt driemaal dat hij van Jezus houdt en zodra Thomas gelooft, zegt hij tegen Jezus: “Mijn Heer, mijn God!” Jezus stuurt zijn leerlingen de wereld in om het evangelie te verspreiden en wonderen te verrichten in zijn naam. Hij vraagt hen te werken aan het koninkrijk van God. In het dienen van hun medemensen zullen zij God dienen en eren.

In het voetspoor van Jezus

Natuurlijk dient Jezus als hoofdpersoon van het paasverhaal God op ultieme wijze. Hij doet waartoe hij zich geroepen voelt door radicaal te kiezen voor liefde en leven. Zoals zijn laatste woorden aan het kruis in het Johannesevangelie dienstbaarheid uitdrukken – “Het is volbracht’ – doet hij dit na zijn opstanding nog steeds door zijn verbondenheid met God te benadrukken.

In het voetspoor van Jezus worden we met de leerlingen uitgenodigd om op te staan en op weg te gaan om God te eren en te dienen. Niet vanuit een dichtgetimmerde opdracht over hoe dat zou moeten of vanuit een gemakzuchtige houding, maar vanuit een fundamentele keuze voor leven en liefde. Ik weet niet of we daartoe op aarde zijn, zoals de schoolkatechismus stelt, maar ik weet wel dat ik het zelf een belangrijk beginsel vind. Ik word er trouwens ook gelukkig van. Dat is stiekem toch mooi meegenomen.

Gerelateerd